Fotogalerij

Carpe diem

MAART 1938 HET ZENDINGSBLAD 51 - 52

Ds. C. Zwaan.

Het viel echter niet gemakkelijk in die dagen een dienaar des Woords te vinden, die bereid was naar Indie gaan. Eindelijk werd de aandacht gevestigd op den jeugdigen predikant van Zevenhoven. En Ds. Zwaan was gelukkig bereid zich daarvoor te willen geven. Hij werd door de Kerk te Amsterdam beroepen en nam dit beroep aan. In de Heidenbode van Juli 1900 berichtte de Kerk van Zevenhoven:

"Zondag 24 Juli maakte onze geachte en beminde leeraar Ds. Zwaan aan de Gemeente bekend, dat hij in gehoorzaamheid aan des Heeren bevel de roeping van de Kerk te Amsterdam om uitgezonden te worden naar Midden-Java wenschte op te volgen".

In dien tijd was er nog geen zendingsexamen, dat men moest afleggen eer men mocht uitgaan. De voorbereiding hier te lande duurde nog slechts kort. Reeds in October vertrok Ds. Zwaan met zijn gezin en landde 20 November te Tandjong Priok, de haven van Batavia, waar hij door Ds. Weijers werd verwelkomd.

Eerst ging Ds. Zwaan eenigen tijd naar zijn zwager Ds. Adriaanse te Poerworedjo om zich te bekwamen in het Javaansch. Spoedig had hij de moeilijke Javaansche taal zich voldoende eigen gemaakt om zijn arbeid te Djokjakarta te kunnen beginnen.

In Juli 1901 ontving Ds. Zwaan van de Regeering zijn toelating om als zendeling te Djokjakarta te mogen arbeiden, waarna hij weldra met zijn werk begon.

Mede als vrucht van den arbeid van Dr. J. G. Schreurer, den bekenden zendelingarts, die zich in 1897 te Djokja had gevestigd, waren er, toen Ds. Zwaan zijn werk aanving, reeds enkele kleine Christengemeenten op zijn terrein. Te Djokja zelf telde de Gemeente 35 zielen en ook op enkele andere plaatsen, zooals in Toeren en Kalipenten, bestonden er kleine kringen van Christenen.

Met voorzichtigheid vatte Ds. Zwaan het toen nog zoo moeizaam werk der zending aan. In den eersten tijd arbeidde hij in zeer nauw contact met het Petronella-hospitaal. Allengs echter breidde het werk zich uit. En de Heere heeft zijn arbeid met rijken zegen gekroond.

Ds. Zwaan werkte rustig en kalm, zonder eenig ophef naar buiten, meer in de diepte dan in de breedte, vooral ook door de toegebrachte Christenen te bevestigen in de kennis der waarheid. Van alle oppervlakkigheid was hij wars.

In 1909 kwam hij voor het eerst weer met verlof naar Holland. Tijdens zijn verlof verzorgde Ds. D. Bakker, de docent der Opleidingsschool, het zendingswerk te Djokja. In 1910 werd op verzoek van Ds. Bak­ker Soerakarta of Solo opengesteld voor het Evangelie. En toen Ds. Zwaan in Sept. 1910 naar Java terugging, had hij naast Djokjakarta ook Soerakarta te verzorgen, totdat Dr. H. A. van Andel dit terrein van hem overnam.

Door den rustigen arbeid van Ds. Zwaan zijn tientallen, zelfs honderdtallen uit de Javanen onder den zegen des Heeren gekomen tot de kennis van Jezus Christus als hun Heiland.

In 1919 ging Ds. Zwaan voor de tweede maal met verlof terug naar Holland. Het getal Christenen op zijn arbeidsterrein was toen gestegen tot omstreeks 800; onderscheidene scholen waren er gesticht en de Javaansche Gemeente te Djokja had een voor dien tijd zeer aardig kerkgebouw gekregen. Toen Ds. Zwaan de tweede maal met verlof in Holland was, werd het weldra 20 jaar dat hij voor het eerst uitging naar Java, zoodat hij met het oog op zijn dienstjaren emeritaat kon vragen. Door de groote uitbreiding, die het zendingswerk te Djokja had verkregen, zou, als Ds. Zwaan weer teruggegaan was, steeds meer van zijne door zijn verblijf in Indie reeds verzwakte krachten zijn gevorderd. Zijn wat wankele gezondheid maakte het niet raadzaam, dat hij weer terugkeerde. Dit noopte hem emeritaat aan te vragen, wat hem op de meest eervolle wijze werd verleend. Zijn arbeid kon overgenomen worden door Ds. A. Pos, die in 1920 was uitgezonden. Het emeritaat van Ds Zwaan ging in 1 April 1921.

Te Den Helder, waar hij zich metterwoon had ge­vestigd, heeft hij nog onderscheidene jaren de Ge­meente als ouderling gediend, terwijl hij den eersten tijd ook nog daar of elders gedurig preekte. Zijn gezondheid bleef echter wel wat zwak. Enkele jaren geleden moest hij op uitdrukkelijk medisch advies Den Helder verlaten en is hij gaan wonen in Zeist, dat voor zijn gestel beter was.

Met zijn hart bleef Ds. Zwaan meeleven met het zendingswerk te Djokja. Het was hem gedurig een blijde verkwikking te mogen hooren van den rijken zegen waarmede de Heere den zendingsarbeid kroonde, die door hem met zooveel moeite en zorg was begonnen.

Uit tal van brieven en andere blijken van belangstelling kwam, vooral in de eerste jaren van zijn emeritaal, treffend aan het licht, dat Ds. Zwaan een goede plaats had in het hart der Gemeente te Djokja. Velen hadden hem lief.

Ook in zijn gezin is Ds. Zwaan zeer bijzonder gezegend geworden. Het echtpaar Zwaan-Adriaanse heeft zich mogen verheugen in de geboorte van een zevental zonen, een prachtstel jongens, die allen den weg der studie hebben gekozen, voorspoedig hun diploma's haalden en hun studie reeds voltooiden, behalve de jongste, die nog student is.

En in het voorbeeldig gezin van Ds. Zwaan werd warm voor de zending gevoeld.

Het was voor Ds. en Mevr. Zwaan een weelde, dat zij twee van hun zoons hebben mogen geven voor den arbeid der zending. De oudste zoon is directeur van het Zendingshospitaal te Poerwokerto en de tweede is missionair arts te Djokja, zijn geboorteplaats, waar zijn vader zooveel arbeid in het Petronella-hospitaal heeft mogen verrichten. De naam Zwaan leeft met eere voort in de zendingswereld van Midden-Java.

Hoog is de leeftijd niet geworden. die Ds. Zwaan heeft mogen bereiken. Slechts 66 jaren. Een zwaar langdurig ziekbed is hem gespaard. Na een krankheid van vier weken ging hij de eeuwige ruste in. In de volle zekerheid des geloofs is hij in Jezus ontslapen.

Woensdag 16 Februari heeft de begrafenis plaats gehad. Aandoenlijk was het dat Mevrouw door krank­heid aan haar ziekbed was gebonden, zoodat zij in den familiekring niet aanwezig kon zijn.

In het sterfhuis las de wijkpredikant, Ds. Smilde, een gedeelte van 1 Kor. 15 en Openb. 14 : 13 en hield voorts een treffende toespraak tot de familie. waarna hij eindigde met dankgebed.

De zending van de Kerk te Amsterdam en de andere kerken van Noord-Holland was vertegenwoordigd door Ds. A. Schweitzer en schrijver dezes, die in de aula op het kerkhof namens die zending een kort woord sprak en den arbeid van Ds. Zwaan te Djokja in herinnering bracht. Voor de Kerk te Den Helder voerde Ds. Tollenaar het woord, die herinnerde aan zijn werk in die kerk verricht.

Groot was de belangstelling, die bleek uit het nog al aanzienlijk getal, dat was gekomen om bij de be­grafenis tegenwoordig te zijn, waaronder we onderscheidene zendingsarbeiders van voorheen en thans opmerkten. Wij zagen o.a. Ds. Netelenbos, den heer Dijkema, Dr. K. P. Groot en Ds. Rullmann.

Aan de groeve las Ds. Smilde de 12 Artikelen des Geloofs en bad hij het "Onze Vader".

Daarna dankte één der zoons voor de betoonde be­langstelling en verzocht hij te zingen Ps. 89 : 7.

Plechtig klonk over het uitgestrekte kerkhof, dat zoo bekende en altoos weer zoo schoone vers:

Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort!

Zij wandelen, Heer, in 't licht van 't Goddelijk aanschijn voort;

Zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden;

Uw goedheid straalt hun toe, Uw macht, schraagt hen in 't lijden;

Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedoogen

Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhoogen.

W.B.

Ds. C. ZWAAN


26 NOVEMBER 1871 - 12 FEBRUARI 1938

De eerste missionaire dienaar des Woords van de Gereformeerde Kerk te Amsterdam is heengegaan.

Zaterdag 12 Februari heeft de Heere Zijn dienstknecht Ds. C. Zwaan tot zich genomen in de eeuwige heerlijkheid.

Cornelis Zwaan is geboren 26 November 1871 te Den Helder. Reeds vroeg was het zijn begeerte den Heere in het Evangelie te dienen. Hij ging studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De studie kostte hem weinig moeite. Op zes-en-twintig-jarigen leeftijd, in 1898, deed hij met goed gevolg zijn candidaatsexamen in de theologie en nog datzelfde jaar leed hij zijn intrede als dienaar des Woords van de Gereformeerde Kerk te Zevenhoven, na vooraf gehuwd te zijn met Mej. C. H. Adriaanse.

In hetzelfde jaar, toen Ds. Zwaan predikant werd te Zevenhoven, had de Kerkeraad te Amsterdam besloten "de uitzending van een dienaar des Woords naar Djokjakarta onder biddend opzien tot den Koning der Kerk en onder inwachting van Gods zegen te ondernemen".

LIBERTAS EX VERITATE

UITGAVE VAN DE ORGANISATIE VAN REUNISTEN DER SOCIETAS STUDIOSORUM REFORMATORUM TER HERDENKING VAN HAAR LEDEN, OMGEKOMEN TEN GEVOLGE VAN DE JAPANSE BEZETTING VAN HET TOENMALIGE NEDERLANDS-INDIË VAN FEBRUARI 1942 - AUGUSTUS 1945

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP W. D. MEINEMA

C. L. Zwaan (1901 — 1944)

Tot de vele slachtoffers van de Japanse overheersing behoort ook de missionnairarts C. L. Zwaan.

Na eerst vele ontberingen te hebben doorgemaakt in verschillende kampen op Java, werd hij met honderden andere krijgsgevangenen medio 1944 naar Japan verscheept.

Maar helaas werd het schip voor Nagasaki getorpedeerd en zo kwam er een ontijdig einde aan dit jonge, werkzame leven.

10 Maart 1901 te Poerworedjo geboren als zoon van de bekende missionnair predikant Ds. C. Zwaan, groeide hij op in Insulinde en in de sfeer der Zendingsgemeente.

Zijn grote liefde voor de tropische natuur en het Javaanse volk dateren dan ook uit zijn jeugdjaren.

Hij studeerde te Amsterdam in de medicijnen van 1919 tot 1926.

Slechts weinig club- en jaargenoten zullen zich hem uit die jaren herinneren.

Want hij was stil van aard en trok zich graag terug in de beslotenheid van zijn studeerkamer.

De vele geneugten van het S.S.R.-leven werden door hem in de eerste plaats in de intieme sfeer van het Dispuut M.E.D.I.C.U.S. gesmaakt.

Na in 1926 zijn studie vlot beëindigd te hebben, volgde hij een tropencursus en in 1927 kwam hij met zijn jonge vrouw Riek Colpa ten tweede male te Djoka, nu als Zendingsarts, verbonden aan het Petronella Hospitaal om al zijn krachten te geven aan zieke Javanen.

Het voor de meeste Hollanders zo moeilijke Javaans leerde hij spoedig vloeiend spreken.

En wat meer zegt, hij was geheel vertrouwd met de Javaanse aard, hij voelde hun gedachtengang en moeilijkheden aan als geen der onzen en wist steeds een prettige, vertrouwelijke toon te treffen tegenover zijn Javaanse patiënten en mede-arbeiders.

Nooit maakte ik een explosie mee, een driftig woord of kort aangebonden gebaar.

Ik herinner mij een samenspreking te zijnen huize met enige oudere Javaanse verplegers, die zich gegriefd voelden door het optreden van een Hollandse zuster, die pas kort in Djokja was.

Onverstoord en geduldig hoorde hij de ellenlange, vaak lyrische Javaanse ontboezemingen aan.

En tenslotte zei hij:

"Ieder kind maakt fouten tegen het hoog Javaans, maar niemand onzer voelt zich daarover beledigd. Het wekt niet eens de lachlust op, want een kind moet nu eenmaal nog leren. Wij helpen het graag daarbij. Zo moeten wij allen die Hollandse zuster nu ook beschouwen. Zij zet haar eerste schreden op het pad der Medische Zending. Zij maakt onbewust fouten tegen de Javaanse adat. Maar wij allen moeten haar helpen, want zij heeft haar land en volk verlaten, om het Javaanse volk te helpen."

En met deze enkele opmerkingen waren alle gemoederen weer gerustgesteld.

In Djokja bleek al gauw zijn onmiskenbare aanleg en grote liefde voor de chirurgie.

Onder leiding van Dr. F. Veldstra leerde hij zijn eerste breuken en blaasstenen opereren.

Met noeste vlijt wierp hij zich op de studie der heelkunde en toen hij in 1933 een welverdiend Europees verlof genoot, bracht hij haast al z'n tijd door in de cliniek van Prof. Noordenbos, om zich nog beter te oriënteren op chirurgisch terrein.

Toen ik zelf in Djokja kwam in 1931, leerde ik hem al spoedig kennen als een uitermate bekwaam en rustig chirurg.

Hij bemoeide zich weinig met anderen, hij leefde stil, teruggetrokken temidden van zijn groot gezin.

Maar als ik 's avonds onverwacht eens bij hem binnenliep, trof ik hem meestal aan met een chirurgisch boek in handen.

Talloze Javanen, behoeftige Indo-Europeanen en Chinezen heeft hij geholpen in de loop der jaren te Djokja.

De laatste jaren werden er ongeveer 2.000 chirurgische ingrepen per jaar verricht in het Petronella Hospitaal, n.l. ca. 1400 kleinere en ca. 600 grotere operaties.

Onder de laatste rekenden wij dan gevallen van darmafsluiting, struma, ovariaal-cystoom, uterustumor, nier-blaassteen, appendicitis, e.d.

Zwaan en ik hadden gezamelijk de chirurgie en operatieve gynaecologie voor onze rekening.

Uit deze gevallen blijkt hoeveel honderden mensendoor hem geholpen zijn in de loop der jaren.

Het lot zijner patiënten woog hem zwaar.

Ik herinner mij een afscheidswoord, dat hij sprak tegen het gezamelijke Javaans-Europeese personeel ter gelegenheid van zijn verlof naar Holland in 1933.

Hij overdacht zijn arbeid in de afgelopen periode van 6 jaar en zei: "Gelukkig mogen wij door het geloof weten, dat Jezus Christus ons al onze fouten en tekortkomingen niet wil toerekenen, dat Hij al onze schuld verzoent!"

De Japanse invasie maakte een einde aan dit werkzame leven.

Hij werd, evenals de meeste Zendingsartsen, gemilitariseerd en begin Maart 1942 geïnterneerd.

Eerst nog met enkele militaire patiënten in het Petronella Hospitaal, moest hij in 1942 aantreden om met de anderen in een kamp achter prikkeldraadgesloten te worden.

Het afscheid van zijn vrouw en negen kinderen was hartroerend.

Iedereen, die het opladen van Hollandse militaire patiënten op open vrachtauto's zag, besefte dat hier plotseling onmeedogenloos hard werd ingegrepen.

Het spier-witte, verslagen gelaat van Dr. Zwaan, de verwezen uitdrukking op de gezichten van vrouwen en kinderen, spraken een duidelijke taal.

Een Japanse arts informeerde, hoeveel kinderen deze Hollandse dokter had en toen hij hoorde, dat er negen waren, verkondigde hij luidkeels, dat hij zulks ook onverantwoordelijk vond.

Wie kan in zulke tijden ook zo'n groot gezin hebben?

Als krijgsgevangenen zijn we nog enige maanden samen geweest.

Ons aller zorg ging steeds uit naar hen, die we achter moesten laten.

In gemeenschappelijk gebed en bijbellezing trachten wij licht en troost te vinden in deze donkere dagen.

Vooral Zwaan zonderde zich 's avonds vaak af en stond alleen lang naar de sterrenhemel te staren.

Wij stoorden hem niet, wij wisten, dat zijn gedachten en gebeden uitgingen naar Hem, Die zich in Zijn Woord noemt een Vader der wezen en een Rechter der weduwen.

W. M. PRUYS

André SKENAZI

Oud Korenhuis 3, 1000 BRUSSEL

+32 (0) 495 32 19 69

Amsterdam, 01/09/1958

skenazi@skynet.be


Wisdom is the conqueror of fortune


Matters of the heart

Where I lived. Waar ik heb gewoond.

1958 Christiaan Huygensplein 1 bus II, Amsterdam

1961 Professor Aalbesselaan 7, Noordwijkerhout

1962 Memlingstraat 9, Amsterdam

1963 Professor Aalbesselaan 7, Noordwijkerhout

1963 Apollolaan 58, Amsterdam

1964 Professor Aalbesselaan 7, Noordwijkerhout

1965 Koekoekslaan 47, Bussem

1966 Minervalaan 103, Amsterdam

1967 Parnassusweg 111, Amsterdam

1971 - 1977 Van Espenlaan 45, 3072 Nossegem

1977 - 1985 Keizerinlaan 2, 3080 Steenokkerzeel

1981 - 1984 Avenue Digneffe 11 boite 63, 4000 Liège

1984 - 1985 Avenue Digneffe 11 boite 41, 4000 Liège

1985 - 1991 Celestijnenlaan 35 bus 32, 3030 Heverlee

1986 - 1989 Kerkstraat 77 bus D, 3900 Lommel

1989 - 1992 293 Quai Devigne, 59500 Douai

1990 - 1991 Gemeenteplein 20 bus 5, 8790 Waregem

1991 - 1997 Spinnerijkaai 47, 8500 Kortrijk

1993 - 1994 Marktstraat 36 bus 4, 1930 Zaventem

1997 - xxxx Oud Korenhuis 3 bus 4, 1000 Brussel

It's only money!